Een handige checklist voor de livegang van je WordPress website

Voor de livegang van je WordPress website is het goed om deze punten na te lopen

Enkele weken geleden vroeg een lezer van mijn blog mij, wat nu de belangrijkste zaken zijn om rekening mee te houden voor een WordPress website live kan gaan. Voor een deel is dit natuurlijk heel afhankelijk van de situatie. Een ‘gewone’ ondernemerswebsite vraagt om een andersoortige checklist dan een e-commerce website. En een online leeromgeving vraagt om weer totaal andere tests en controles.

Wanneer ik dit in één blogartikel probeer te verwoorden, dan wordt het al snel te vaag voor een algemeen gebruik en daarom besloot ik weer eens terug te vallen op het oude, vertrouwde drieluik. In dit eerste artikel kom ik met een checklist die voor iedere WordPress website geldig zou moeten zijn. In het tweede artikel -wat over zo’n twee weken zal verschijnen- ga ik dieper in op de zaken die aanvullend nodig zijn om bij een WooCommerce webshop te controleren en in het derde artikel -weer zo’n twee weken later- ga ik dieper in op wat je moet controleren voor een online leeromgeving gebaseerd op LearnDash of WP Courseware.

Maar dan nu, de ‘basis WordPress website’. Wat moet je controleren.

Voor je live gaat is één belangrijk ding om te controleren natuurlijk dat mensen niet bij de nog niet afgeronde website kunnen komen. Er moet een ‘werk in uitvoering’ pagina zijn, waar iedereen die er niets te zoeken heeft naar doorgeleid wordt.

Maar wat zijn nu de zaken, die je moet controleren net voordat dit ‘werk in uitvoering’ scherm wordt weggehaald?

1. Zijn de WordPress ‘defaults’ verwijderd?

Wanneer je WordPress installeert, dan worden er een voorbeeld bericht, een voorbeeld commentaar en een voorbeeld pagina aangemaakt. Er is nog menig site in de live omgeving, waar de blog begint met ‘Hallo Wereld’. Niet echt handig natuurlijk. Controleer voor de livegang dan ook, of deze pagina’s inderdaad zijn verwijderd.

Bij de installatie van WordPress word je al gevraagd om de titel van de site in te vullen. Wat niet gevraagd wordt is om ook de zogenaamde ’tagline’ of ondertitel aan te passen.

Doe je dat niet, dan komt daar heel oubollig ‘En nog een WordPress site’ te staan. En afhankelijk van je gekozen thema, zal deze tagline ook op de site worden getoond. Bovendien zal dit ook getoond worden in de zoekresultaten van Google.

Dat staat op zijn vriendelijkst gezegd een beetje knullig. Je kan deze regel aanpassen onder ‘Instellingen->Algemeen’ in je Dashboard.

2. Kloppen alle email adressen?

WordPress heeft een kleine onhebbelijkheid. Bij het installeren van WordPress Moet je een email adres invullen. En dat email adres gaat later door allerlei plugins gebruikt worden. Soms wil je dat en soms wil je dat niet.

Wanneer jij je eigen WordPress site in elkaar hebt geknutseld, maakt dat allemaal niet zo erg veel uit, maar wanneer jij de site door een ander hebt laten bouwen en/of wanneer iemand anders de site voor jou in beheer heeft, dan kan dit behoorlijk vervelend zijn.

Wanneer er bijvoorbeeld gedetecteerd wordt, dat er iets fout is aan je site, dan wil je waarschijnlijk het liefst, dat degene die jouw site beheert hiervan direct op de hoogte wordt gesteld. Wanneer iemand een formulier invult, dan hoeft jouw webbouwer dit natuurlijk allemaal niet te zien.

Wanneer ik een website bouw voor een klant, dan vul ik in eerste instantie mijn eigen email adres in bij de installatie. Want de eerste tests of iets werkt doe ik, en daar wil ik graag email van ontvangen. Op een gegeven moment moeten die email adressen echter selectief om worden gezet.

Wil de klant, dat ik het beheer blijf doen, dan moet het adres wat je onder ‘Instellingen->Algemeen’ mijn adres blijven. Anders moet het het email adres van de klant worden voor de livegang.

Wat hier overigens belangrijk is om rekening mee te houden is dat wanneer ik het adres aanpas dit pas zal worden doorgevoerd wanneer het nieuwe adres dit adres ook bevestigd via een link in de email die de klant ontvangt.

Daarnaast dienen alle emailadressen in plugins nagelopen te worden. Is het email adres onder ‘Instellingen->Algemeen’ niet jouw adres, maar dat van je webbouwer, dan moet je er ook rekening mee houden, dat je bij iedere nieuwe plugin moet controleren of de email adressen wel goed staan. Wan het het ‘default’ email adres wordt ingelezen vanuit dat veld.

3. Staan de Permalinks wel goed?

De ‘Permalinks’ is een duur woord voor ‘URL’s’. Je wilt dat die URL’s zo zoekmachinevriendelijk mogelijk zijn. En hoewel er heel wat gediscussieerd wordt, welke structuur de beste is, de standaard URL structuur van WordPress (https://denaamvanjouwwebsite.nl/index.php?p=12 bijvoorbeeld) is dat niet. Dit stel je in onder ‘Instellingen->Permalinks’.

4. Krijg je op de domeinnaam ook je homepage te zien en op de blogpagina ook de blog?

Standaard zal WordPress wanneer je alleen de basis-url intikt je een lijst met de meest recente blogposts laten zien. Dat is omdat WordPress ooit als een blog-systeem is begonnen. Tegenwoordig willen de meeste mensen echter een ‘gewone’ homepage hebben.

Dit moet je dus ‘even’ goed zetten en dat kan je via verschillende wegen doen. De makkelijkste manier is via ‘Instellingen->Lezen’.

Het hoort er ongeveer zo uit te zien als je hierboven ziet. Jouw ‘Homepagina’ en je ‘Berichtenpagina’ kunnen een andere waarde hebben, afhankelijk van de naam die je aan jouw home- en berichten pagina’s hebt gegeven, maar het moet hier voorkomen.

5. Werkt de verzending van formulieren / wachtwoord reset mails etc?

Wanneer ik een website ontwikkel, dan doe ik dit meestal op een apart domein, omdat de klant nog een website live heeft staan op het toekomstige domein. Dus als mijn klant bijvoorbeeld ‘deklant’ heet, dan komt dat onder een subdomeinnaam https://deklant.wordxpression.nl/ of op één van de andere domeinen die ik hiervoor gebruik. Hoezeer ik ook test of alle formulieren aan zullen komen, het moet uiteindelijk ook in de originele omgeving getest worden. Want de instellingen van de hoster bepalen (mede) de deliverability van de email.

Naar mate spam een groter probleem werd, werden de eisen van ‘hoe de mail aangeleverd moet worden’ strenger.

De beste manier om er voor te zorgen, dat je mail goed aankomst is minimaal gebruik te maken van de SMTP server die je toch al krijgt bij je hosting account.

Standaard zal WordPress proberen gebruik te maken van de zogenaamde ‘sendmail’ toepassing die op iedere Linux installatie beschikbaar is. Het is een eenvoudig programma wat snel mailberichten kan versturen. Maar het programma controleert niets : Iedereen die toegang heeft tot die machine kan mail versturen uit naam van iedereen.

Een heel makkelijke manier om spam te versturen natuurlijk. Met ‘Sendmail’ kan ik net doen of ik Joe Biden of Mark Rutte ben. Wat alleen niet zal kloppen is de plaats waar vanuit ik die mail verzend. Want het is onwaarschijnlijk, dat Joe Biden mail verzend vanaf hetzelfde IP adres waar het WordXPression domein is geregistreerd.

Omdat te voorkomen zijn er allerlei controles ingebouwd. Wanneer Joe Biden mail verstuurt vanuit whitehouse.gov zal een modern spamfilter controleren of het email adres whitehouse.gov ook inderdaad ’teruglinkt’ naar het IP adres van whitehouse.gov. En -naar je mag verwachten- zijn ‘whitehouse.gov’ en ‘wordxpression.nl’ niet op dezelfde server geïnstalleerd.

Dus hoewel ik geen problemen zou hebben om een mail via ‘sendmail’ uit te sturen als joe.biden@whitehouse.gov, zou die mail vrijwel nergens het spamfilter passeren, omdat ik het IP adres van wordxpression.nl zou gebruiken om dit te versturen.

De beste manier om email te verzenden die ook bedoeld is aan te komen is door je eerst bij een email server aan te melden die allerlei controles heeft ingebouwd. Zo’n ‘verzend server’ wordt een ‘SMTP server’ genoemd. Zo’n SMTP server hoort normaliter bij je hosting pakket. De makkelijkste plugin om met zo’n SMTP server te praten is wel ‘Easy WP SMTP‘. Hiermee heb je eigenlijk direct al 80% van alle mailproblemen opgelost. Een tweede plugin die niet noodzakelijk, maar wel verrekte handig is, is de WP Mail Logging plugin. In deze plugin wordt iedere uitgaande mail geregistreerd en wordt -indien er wat fout gaat- aangegeven wat de foutoorzaak is.

Een prima manier op problemen op te lossen. En ik raad je zeker aan deze plugins te gebruiken voor je live gaat.

Daarna begin je met het testen voor ieder formulier en iedere functie die email moet verzenden. Komen deze e-mails ook aan?

6. Beveilig je login

Natuurlijk wil je niet, dat ‘vreemden’ zomaar in kunnen loggen onder jouw account. Nu is het beveiligen van je login complex genoeg om er diverse blogartikelen over te schrijven. En omdat ik dat ook gedaan heb, besloot ik op dit punt niet al te diep in te gaan, maar te wijzen op de verschillende posts die ik over de beveiliging van WordPress heb geschreven.

7. Browser check

Hoe doet jouw site het in verschillende browsers? Ook in de oudere versies van de browser die jij nu gebruikt?

Het is een ‘lifetime task’ op zich om dat te controleren. Helemaal wanneer het gaat om je volledige website. Er is gelukkig een prachtige ‘cheat’ hiervoor.

Via de website ‘BrowserStack’s Browser Screenshots‘ kan je online screenshots laten maken van een specifieke pagina.

Opnieuw, het is ondoenlijk om alle pagina’s te controleren, maar controleer in ieder geval enkele van de meest belangrijke pagina’s.

BrowserStack heeft gratis mogelijkheden, maar wanneer je hier regelmatig gebruik van maakt, zal je toch een betaald account moeten nemen.

8. Is je website ook ‘responsive’

Hoewel de ‘BrowserStack screenshots’ ook laten zien hoe je website eruit ziet op de mobiel, wil dat nog niet zeggen dat specifieke procedures ook ‘responsive werken’ op die sites.

Bekijk je site op je telefoon en op een tablet. Vraag ook verschillende kennissen of ze dit voor je willen doen en beschrijf specifieke taken.

De site kan mobiel nog zo mooi zijn, wanneer een verkoopproces of een opt in niet werkt, heb je weinig aan je site. Beschrijf je ’testers’ dus de test en het verwachte resultaat.

9. Check the laadtijd van je pagina’s

De laadtijd van je pagina’s wordt steeds belangrijker om ook goed in Google gevonden te kunnen worden. Mijn artikel over de Core Site Vitals geeft je hier aardig wat informatie over. Test de snelheid van je website.

10. Kan je je site ‘meten’?

Wanneer je mijn blog leest zal je inmiddels begrijpen dat ik een totale freak ben op het gebied van het meten van mijn website resultaten. Natuurlijk! Jij hoeft niet zover in detail de dingen te willen meten die ik meet. Je hebt ook een bedrijf te runnen. Maar denk in ieder geval goed na over de dingen die je eventueel zou moeten meten.

Dit is een allesbehalve complete lijst

• Aantallen webbezoekers. Hiervoor zijn Google Analytics en Matomo goed geschikt.
• Conversie. Opnieuw zijn Google Analytics en Matomo de tools die je wilt hebben.
• De ‘scrolldiepte’. Ik gebruikte hier vroeger ‘Plerdy’ voor, maar inmiddels krijg ik alle informatie die ik wil uit Microsoft Clarity
• Laadsnelheid. Structureel houd ik dit bij met Matomo, incidenteel gebruik ik Google Page Speed Insights om dit te meten.
• Vindbaarheid in de zoekmachines (hoofdzakelijk Google). Google Search Console helpt mij hier enorm bij.
• Conversie vanuit Facebook Campagnes. Hiervoor moet ik een Facebook Pixel installeren.

11. Heb je een favicon ingesteld?

Een klein, maar niet onbelangrijk puntje is het instellen van een ‘favicon’ voor je website. Eigenlijk is dit een verouderde term, omdat het niet meer uitsluitend gaat om het plaatje van 32×32 pixels in de tabbladen van je browser, maar ook om het logo wat mensen te zien krijgen in hun telefoons, wanneer ze ervoor kiezen jouw website op te slaan op het startscherm van hun telefoon. Dat kan makkelijk zijn voor sites die je vaak bezoekt.

Een moderne ‘Favicon’ is dus al lang geen 32×32 pixels meer, maar minimaal 512×512 pixels. Gelukkig zorgt WordPress zelf voor alle ‘plaatjes’ in de benodigde grootten en formaten, wanneer je via de ‘Customizer’ van WordPress de juiste ‘favicon’ voor je site kiest.

12. Heb je een 404 pagina ingesteld?

Meer weten over goede 404 pagina’s? Dan moet je zeker dit artikel lezen.

13. Zijn SSL en HTTPS geactiveerd en werken de certificaten?

Hoe je SSL en HTTPS op je website kan activeren verschilt van hostingpartij tot hosting partij, maar wat in ieder geval belangrijk is voor je site live gaat is dat het geactiveerd is.

Ook in de instellingen voor de URL’s van de website zorg je ervoor, dat er in de betrokken velden https:// voor de URL staat en geen http://

Dit kan je instellen door in ‘Instellingen’ voor ‘Algemeen’ te kiezen.

14. Controleer de juiste protocollen voor URL’s

Wanneer je SSL hebt ingesteld en https geactiveerd, dan ‘weigert’ je site bestanden te laden die via http worden geladen. Dat is uit beveiligingsoverwegingen.

Het resultaat daarvan kan zijn, dat bepaalde CSS of JavaScript bestanden niet worden geladen, waardoor je site er anders uit kan zien, of zich anders kan gedragen.

URL’s voor websites kunnen er op de volgende manier uitzien

1. https://wordxpression.nl
2. https://wordxpression.nl
3. ://wordxpression.nl

De laatste vorm zal je zelf niet intikken in je browser, maar het kan wel, dat op deze manier urls binnen je pagina’s worden geopend. Dat is prima, Wat de vorm onder 3. eigenlijk zegt is : laad dit bestand onder het protocol waaronder de pagina die de url opent is geladen’. Dus onder http voor een http url en onder https onder een https url.

Het hoeft hopelijk geen betoog, dat we alles onder https willen benaderen!

Wat ik dus wil is alle URL’s in het eerste, of in het derde formaat hebben. Formaat 2 is ‘fout’.

Nu kan je dit makkelijk doen door in het .htaccess bestand een regel op te nemen, die alle http aanvragen direct omzet naar https aanvragen. Dat wil je echter niet. Want dat gaat ten koste van een klein stukje performance. Een vraag zal dan iedere keer wanneer deze wordt ingediend twee maal bekeken moeten worden. Je wilt voorkomen, dat er nog http:// urls’s bestaan.

En dat doe je makkelijk met de ‘Velvet Blues Update URL’s‘ plugin.

Na het installeren vind je onder ‘Gereedschappen’ de optie ‘update URL’s’. Klik je daarop krijg je het onderstaande te zien :

Normaal gesproken staat dit scherm nog niet ingevuld. Ik dit voorbeeld heb ik alvast ingevuld hoe ik het voor de WordXPression site in zou vullen.

Na het indrukken van de knop ‘URL’s bijwerken’ gaat de plugin in alle opgegeven velden in de database zoeken en zal de eerste URL vervangen met de tweede. Hierna zou er niets meer op http meer mogen staan.

Een vergelijkbare functie is ingebouwd in Elementor.

Ga je naar Elementor -> Extra en kies je voor de tab ‘URL vervangen’ zie je het volgende

Deze functie werkt vrijwel hetzelfde, met als enig verschil, dat je minder in hoeft te stellen.

15. Meld je website aan bij Google en andere zoekmachines met behulp van de XML sitemap

Natuurlijk wil je ook graag dat je website wordt gevonden. En het verdient dan ook zeker aanbeveling om op je website een XML Sitemap te installeren. Dit kan je doen met behulp van de meeste SEO plugins, maar mocht je om de één of andere reden geen SEO plugin gebruiken kan dit ook met behulp van de Google XML Sitemap Generator plugin. Wanneer je zelf meer in zou willen kunnen stellen dan bij de meeste SEO plugins mogelijk is, kan je er ook voor kiezen deze plugin te gebruiken en de ‘sitemap’ functie van je SEO plugin niet te activeren.

Daarna geef je via Google Search Console en de Bing Webmaster Tools de naam en locatie van je sitemap door aan de zoekmachines.

16. Implementeer en test je backup policy

Hoe je je backups ook maak, zorg dat ze gemaakt worden. Of je dit nu direct vanuit WordPress doet met een backup plugin, of op andere manieren, maakt eigenlijk niet zo gek veel uit. ALS je maar backups maakt.

Bij deze backups is een aantal zaken van belang :

1. Zorg dat een back up ook gedeeltelijk teruggezet kan worden.
   Je wilt bijvoorbeeld niet, dat bij het terugzetten van je website ook je email ’teruggezet’ kan worden.
2. Backup vaak genoeg om gegevensverlies zo veel mogelijk te beperken
   Heb je een website waar bijna niets op gebeurd, dan kan een back up eigenlijk prima plaatsvinden net voor iedere aanpassing op je website. Heb je een drukbezochte webshop, met honderden orders per dag, dan wil je het liefst zo vaak mogelijk een back up. Het is in zo’n geval goed om gebruik te maken van ‘incrementele’ backups. Eénmaal wordt een hele backup gemaakt en daarna een frequente backup van alleen de aangepaste gegevens. Gaat het werkelijk om duizenden orders per dag, dan is een ‘master/slave’ opzet van de database aan te bevelen. Wijzigingen worden direct weggeschreven naar de kopie database op een andere server. Crasht de één, is de andere nog up and running.
3. Zorg ervoor, dat je backup offsite wordt opgeslagen.
4. Test de ‘restore’ procedure.

17. Controleer op ‘broken links’ en andere onregelmatigheden in de site

Hier ben ik nog niet zo gek lang geleden vrij diep op ingegaan. Om dit te doen is er een aantal handige plugins beschikbaar.

Denk erom, dat dit een doorlopend proces is.

18. Controleer downloads

Wanneer je ook downloads aanbiedt, voor je listbuilding of voor de verkoop, zorg er dan ook voor, dat deze gedownload kunnen worden.

Denk er hierbij ook aan, dat niet al je gebruikers evenveel kennis hebben.

Stel je bijvoorbeeld een PDF beschikbaar als download, houd er dan rekening mee, dat je op de één of andere manier er voor zorgt, dat deze ook echt gedownload kan worden. Want moderne browsers openen een PDF direct binnen het browservenster. Dit kan je voorkomen door bijvoorbeeld de instructie te geven dat ‘het bestand kan worden opgeslagen door met de rechter muisknop te zieken voor ‘Opslaan als”… maar als je dat doet, bedenk dan ook, dat een tablet, telefoon en de meeste Mac’s geen ‘rechter muisknop’ hebben.

Zelf heb ik het opgelost door PDF’s te ‘verpakken’ in een ZIP bestand. Ieder modern operating systeem zal direct een PDF vanuit een zipbestand kunnen openen, zonder dat hier al te veel moeite voor gedaan moet worden.

19. Controleer of de verborgen pagina’s ook inderdaad zijn verborgen

Nu we het toch over downloads hebben, meestal wil je dat een pagina waar iets vanaf gedownload kan worden niet direct zichtbaar is. Je wilt immers dat iemand eerst een email adres achterlaat. Controleer daarom ook dat deze pagina’s een ‘noindex’ instructie hebben voor de zoekmachines, waardoor ze buiten de zoekresultaten blijven.

20. Test… test… test… en vraag hier hulp bij

En naast al die genoemde dingen, doorloop zoveel mogelijk van je site en probeer zoveel mogelijk functies te testen. Kijk of alle afbeeldingen wel geladen worden en controleer op taak en stijlfouten. Vraag enkele vrienden en bekenden ook kritisch naar je site te kijken.

Op zoek naar een nieuwe website?

Ben je op zoek naar een nieuwe website? Dan ben je hier op het juiste adres. Voor meer informatie, lees hier verder…