Een cursusvideo is geen speelfilm!
Wanneer je een video cursus ontwikkelt, dan wil je natuurlijk dat jouw cursusvideo’s goed overkomen. En hoewel het editen van je cursusvideo nu niet echt vraagt om de meesterhand van Michael Kahn (Jurrassic Park), Lee Smith (the Dark Knight, Inception) of Paul Hirsch (Star Wars, The Empire Strikes Back), wil je toch dat jouw cursusvideo in ieder geval in de ogen van jouw cursist iets uitzonderlijks is.
En hoewel je met deze vijf tips nu niet direct een Oscar-nominatie waardige video zal maken, kan je met deze vijf tips toch een bovengemiddelde cursusvideo maken.
Maar laten we, voor we met deze tips beginnen, eerst eens kijken naar een paar belangrijke tips over het te gebruiken gereedschap. Want goed gereedschap is al het halve werk.
In de rest van dit artikel zal ik regelmatig de term ‘NLE’ gebruiken. NLE staat voor ‘Non Lineair Editor’. Vrijwel alle in gebruik zijnde video editing software behoort tot deze ‘groep’. Het tikt wat makkelijker en sneller dan video editing software.
Tips voor ‘de juiste’ tools voor het editen van je cursusvideo
1. Zorg voor een computer met voldoende power!
Niets is zo vervelend als een half uur met je armen over elkaar zitten wachten, omdat je computer ‘nadenkt’ voor de volgende actie bij het bewerken van je video. Video-editen is een intensieve taak en daar heb je een voldoende snelle computer voor nodig.
De eisen die aan je hardware worden gesteld verschilt van software pakket tot software pakket. Wanneer je geen plannen hebt om je computer te vervangen, kies dan voor software waar je computer mee overweg kan.
2. Gebruik grote en het liefst meerdere monitoren.
Een laptop is over het algemeen geen goed idee om te gebruiken voor het bewerken van video. Tenminste niet als je snel en fijn wilt werken.
Tegenwoordig gebruik ik mijn laptop zelden of nooit meer voor videobewerking, maar doe ik dit altijd op mijn desktop computer. Maar zelfs toen ik het nog op mijn laptop deed, sloot ik altijd minimaal één externe monitor aan.
Voor videobewerking wil je graag een groot scherm hebben. Niet alleen om de video groot te zien, maar ook omdat een professioneel edit programma uit zoveel onderdelen bestaat, dat je het liefst zoveel mogelijk in beeld heb.
Wanneer ik een cursus geef, dan gebruik ik meestal maar één scherm om aan de cursisten te tonen, maar wanneer ik aan het werk ben met het bewerken van video, dan heb ik altijd twee schermen open. Hierdoor heb ik meerdere ‘panels’ van het editing programma direct onder hand- of klikbereik en bespaar ik heel wat tijd.
Wanneer je cursussen ontwikkelt is het sowieso handig om twee schermen te hebben. Ik gebruik meestal het ene scherm om op te werken en het andere scherm om mijn materialen voor mijn cursus op te organiseren.
3. Leer je keyboard schortcuts kennen!
Ik gebruik al jaren Premiere Pro. Toen ik ruim twee jaar geleden besloot ook DaVinci Resolve te gaan gebruiken, omdat dit toegankelijker was voor de meeste van mijn klanten, verminderde mijn productiviteit met 40%. Omdat ik de keyboard shortcuts van DaVinci Resolve nog niet kende.
Nu heeft DaVinci Resolve een groot aantal functies onder dezelfde knoppen zitten als Premiere Pro, maar een groot aantal functies zitten toch echt onder andere knoppen. Stel je voor, hoeveel productiviteit ik zou hebben verloren, indien ik helemaal geen keyboard shortcuts zou kennen!
Eén tip die werkt voor de NLE’s: Leer in ieder geval de IOJKL toetsen kennen. Dit zijn de toetsen om begin- en eindpunt van een fragment te selecteren en door de video te navigeren. Door deze tijdens het editen van je cursusvideo’s te gebruiken in plaats van ‘Play’ en ‘Pause’ buttons op het scherm bespaar je al zeeën van tijd.
De meeste NLE’s hebben de volgende, naast elkaar bestaande, mogelijkheden om een taak uit te voeren.
- Via het applicatiemenu
Vrijwel iedere functie is direct bereikbaar via het menu in je NLE. Je kan het editen van je cursusvideo vrijwel helemaal via menu opties doen, maar dit zal je enorm veel tijd kosten. Je moet immers eerst naar het menu gaan, dan naar een optie en vaak nog naar specifieke sub opties. Hier is een groot aantal muisbewegingen en muisklikken mee gemoeid. - Via buttons binnen de applicatie
Voor veel -maar lang niet alle- functies zijn er ook specifieke knoppen in de applicatie beschikbaar. Zo zal je bijvoorbeeld binnen een afspeel panel voor je video play, pause, ‘cut’ en markeringsknoppen hebben.
Met een enkele muisklik heb je toegang tot deze functie. In de praktijk legt je muis echter aardig wat kilometers af, vooral wanneer je met twee schermen werkt. Soms heb je het idee naar een tenniswedstrijd te kijken. - Via het toetsenbord.
Veel functies zitten ook onder bepaalde toetscombinaties. In het begin is het lastig deze combinaties te leren, maar het kan handig zijn toch de meest tijdbesparende combinaties te onthouden.
Wanneer ik bijvoorbeeld bezig ben met de ‘rough edit’ van een cursus en de diverse clips uitkies die ik wil gaan gebruiken, dan doe ik eigenlijk maar drie dingen: Ik markeer een ‘in-point’, een ‘out-point’ (het begin en het einde van een clip) en ik ‘append’ dit (voeg het toe) aan de clips die al in de tijdlijn staan.
Doe ik dat via het menu, dan ben ik behoorlijk aan het bewegen en klikken met mijn muis. Bovendien moet ik iedere keer de video pauzeren, omdat ik anders niet exact weet, waar ik begin en eindig.
Gebruik ik de knoppen op het scherm, dan gaat het een stuk makkelijker. Na geklikt te hebben op ‘in-point markeren’ beweeg ik alvast naar ‘out-point markeren’ en klik daarop als we op dat punt zijn gekomen. Daarna klik ik zo snel mogelijk op de ‘append’ knop op het scherm en ga zo door.
Met het toetsenbord hoef ik nauwelijks te bewegen. Met mijn linkerhand bedien ik met ring- en middenvinger de I en O knoppen en met mijn rechterhand de duim op shift en de middenvinger op F12 (uitgaande van DaVinci Resolve), of met mijn rechterhand ring- en middenvinger op de I en O en mijn middenvinger van mijn linkerhand op de komma (uitgaande van Premiere Pro).
Vanaf dat moment hoef ik alleen mijn vingers nog maar lichtelijk te bewegen om een eerste ruwe montage te maken. Het tijdsverschil tussen de eerste en de laatste methode is ongeveer een factor zes.
4. Gebruik een goede -liefst ‘over ear’- koptelefoon voor het geluid
Slecht geluid wordt vaak als meer storend ervaren dan slechte beeldkwaliteit. En de kwaliteit van het geluid is moeilijk -zo niet onmogelijk- te beoordelen wanneer deze uit een standaard speaker in je laptop of PC komt.
En zelfs met een goede speakerset, heb je altijd te maken met omgevingsgeluid, wat je aandacht afleid van de ‘oneffenheden’ in het geluid van je cursus.
Ik monteer mijn geluid dus altijd met een goede koptelefoon (geen ‘oortjes’) die mijn oren bedekken. Zo heb ik de minste last van omgevingsgeluid. Nadeel is, dat je ook de telefoon niet altijd over hoort gaan.
5. Neem de tijd
Wanneer ik een video edit, dan doorloop ik deze minimaal zes maal. Allereerst doorloop ik al het bronmateriaal om te kijken wat bruikbaar is en wat niet.
Daarna begin ik aan de rough cut. Dan doorloop ik dus nogmaals de bruikbare clips en plaats deze in de juiste volgorde.
Daarna komt de ‘fine cut’. Tijdens de ‘rough cut’ zijn de overgangen nogal eh… ruw… Soms kap ik aan het einde van een woord af, soms zit er nog een ‘eh’ of ‘ah’ in een scene en soms blijkt dat ik toch teveel uitweid over een in principe minder interessant onderwerp.
Daarna ga ik nog een keer helemaal op het geluid zitten. Is het zo goed, moet het luider, zijn er abrupte overgangen?
In de laatste gang voeg ik titels en andere effecten toe.
En tenslotte bekijk ik het eindresultaat nog eens.
Voor een video van 5 minuten ben ik dus minimaal een uur bezig. En dan hebben we het nog niet eens over de daadwerkelijke opnametijd gehad.
Hierbij heb ik het overigens over talking head of andere video’s met mijzelf in beeld. Omdat in bijvoorbeeld een slide animation of een screencast een aantal stappen over kunnen worden geslagen, gaat dit sneller. En voor een ‘volledige animatie’ ben ik per 5 minuten minimaal een hele dag kwijt.
Deze video heeft mij bijvoorbeeld anderhalve dag werk gekost!
Spraak en animatie synchroniseren is een tijdrovende klus.
En dan nu de quality tips!
Je weet nu in ieder geval wat je nodig hebt aan technische hulpmiddelen bij het editen van je cursusvideo.
Laten we nu eens kijken naar de handelingen voor het krijgen van zo’n geweldige video.
1. Beschouw je geluidsspoor als leidend
Wanneer je video edit, dan zijn er verschillende uitgangspunten over ‘wat het belangrijkst’ is in een film. Is dat het beeld, het geluid?
Natuurlijk, als het goed is ondersteunt het elkaar, maar een speelfilm of documentaire vraagt om een andere aanpak dan een cursusvideo.
Bij een cursusvideo is het namelijk het belangrijkst, dat het vertelde verhaal coherent is. Je mag geen stukken overslaan.
Ik heb in het verleden al heel wat geschreven over het opnemen van verschillende soorten video voor cursussen. Maar zelfs wanneer je verschillende takes maakt van een les, zal het je overkomen dat er bij het editen van je cursusvideo nog een ongewenste ‘eh’ of ‘ah’ tussen zit. Of dat je een stuk toch weg wilt halen, omdat het eigenlijk niet zo past in de cursus… en dan moet je er dus een stuk ‘uitknippen’. En dat kan soms tot vreemde sprongen in het geluid leiden.
Timecodes en Frames
En dat heeft alles te maken met de manier waarop een NLE werkt. Wanneer je een video monteert, dan ‘knip’ je geen stukken uit de video, maar je maakt verwijzingen naar de originele bron bestanden. En om dat te kunnen doen, wordt er met zogenaamde ’timecodes’ gewerkt. Zo’n ’timecode’ geeft aan waar we in die bronbestanden aan het werk zijn. En zo’n code bestaat uit een aantal uren, minuten, seconden en… frames. Een timecode 1:15:12:23, vaker geschreven als 1:15:12/23 wil zggen 1 uur, 15 minuten, 12 seconden en 23 frames na een bepaald ‘ijkpunt’, de offset.
De delen van seconden worden dus niet in tienden, honderdsten of duizendsten van seconden gemeten, maar in frames.
Wanneer ik ‘eh’ zeg, dan kan het precies zo uitvallen dat begin en eind van dat geluid midden in een frame vallen. Want per slot van rekening 1/24e of 1/30e van een seconde is wel een heel ‘grove’ maat om de begin- en eindpunten van een woord of klank te vinden.
Hoe lossen we dat op?
Professionele NLE’s als Davinci Resolve en Premiere Pro kunnen ook relatief eenvoudig binnen één frame het geluid knippen. Bij Resolve heb je er ‘Fairlight’, de sound editing module van Resolve bij nodig, bij Premiere Pro moet je binnen Premiere ‘Audition’ (waar een aparte licentie voor nodig is) opstarten, maar het kan wel.
Bij eenvoudigere NLE’s als Corel VideoStudio Pro of Camtasia (wat eigenlijk geen NLE is, maar wel heel goed te gebruiken is voor eenvoudige videomontage) kan je alleen op de ‘grenzen’ van de frames knippen. En dan krijg je rare ‘hik’ geluiden.
Gebruik je voor het editen van je cursusvideo’s één van de twee laatste genoemde programma’s, of een andere NLE, waar je alleen kan knippen op de frame grenzen, kan je het geluid eerst ‘voormonteren’.
Dat doe je door het geluid te monteren in een programma bedoeld voor geluidsmontage. Zoals bijvoorbeeld Audacity. Met dit programma knip je niet op de 1/30e, maar op de 1/1000e seconde. Daardoor kan je veel fijnmaziger werken.
Wat wel belangrijk is te realiseren, is dat je hierdoor niet meer ‘sync’ loopt met de video. Knip je dus bijvoorbeeld 0,14 seconde uit het geluid, dan moet je eigenlijk bij de eerste pauze in het geluid weer 0,14 seconde invoegen.
Dat is overigens precies wat DaVinci Resolve ook doet. Maar die doet dat automatisch.
Makkelijker is natuurlijk gewoon DaVinci Resolve te gebruiken voor het editen van je cursusvideo’s. Dat geeft je niet zulke problemen en het is bovendien nog gratis ook!
2. Vermijd ‘jump cuts’
Het gebeurt zelden, dat je alles wat je voor de camera zegt direct foutloos doet. Er zijn zelfs mensen -waaronder ikzelf- die het nooit zou lukken een stuk voor de camera in één keer foutloos op te nemen.
Gelukkig kan je bij het editen van je cursusvideo al die ongewenste momenten verwijderen. Wat je in zo’n geval wel zal zien is dat de bewegingen op zo’n ‘edit moment’ er ineens heel houterig uit gaan zien. Want je springt ineens van één houding in een andere.
Is er alleen maar een ‘eh’ woordje verwijderd, dan zal dit vaak te zien zijn door een lichte ‘schok’ in de bewegingen, maar is er een groter stuk verwijderd, dan is het mogelijk dat ineens jouw hele lichaamshouding anders is.
Zo’n onverwachte ‘sprong’ wordt een jump cut genoemd. En er is een aantal manieren om die jump cuts te voorkomen.
‘Warp edit’
Veel professionele NLE’s hebben mogelijkheden om een zogenaamde ‘warp edit’ uit te voeren. Dit type edit komt onder verschillende namen voor in verschillende NLE’s, maar het principe is hetzelfde. Je markeert het editpoint waar deze ‘warp edit’ plaats moet vinden. Je geeft aan hoeveel frames voor en na dit editpoint gebruikt moeten worden en je NLE gaat de tussenliggende frames berekenen. Gebaseerd op de omliggende frames probeert de NLE dus te interpoleren, hoe die tussenliggende beweging er uit moet hebben gezien.
Het mag duidelijk zijn, dit kan alleen als er een heel klein verschil bestaat tussen ‘voor de jump’ en ‘na de jump’. Maar in dit soort gevallen kan de jump cut bijna onzichtbaar gemaakt worden. Is er sprake van een groter verschil tussen beide situaties, dan zal je één van de andere methoden moeten gebruiken.
Uitsnede aanpassen
Een jump cut is storend omdat het een onverwachte beweging is. Een goede manier om dit te maskeren is door bij het editen van je cursusvideo dit samen te laten vallen met een verwachte beweging. Wat je bijvoorbeeld kan doen, is rond het moment van de jump cut de uitsnede aanpassen. Van bijvoorbeeld een schot waarin jij helemaal te zien bent, ga je over naar een shot, waar je vanaf je middel te zien bent.
Hierbij is één waarschuwing op zijn plaats. Wanneer je een uitsnede maakt in een video, dan is het van belang, dat de kwaliteit van de opgenomen video hoger is, dan de kwaliteit waarop deze wordt afgespeeld. Wordt de video bijvoorbeeld op 1080p afgespeeld (resolutie van 1920×1080 pixels), dan moet de video op 4K zijn opgenomen. Anders gaat het aanpassen van de uitsnede gepaard met een verlies in beeldkwaliteit. Speel je de video op 720p af, dan moet hij minimaal in 1080p zijn opgenomen etc.
Standpunt aanpassen
Het kan een goed idee zijn om met twee camera’s te schieten. Dit om het beeld in ieder geval iets gevarieerder te maken, maar ook omdat je in dit soort gevallen op het moment van de jump cut over kan gaan naar camera 2.
Een cutaway invoegen
Een cutaway is gewoon een duur woord voor ‘een totaal andere, maar gerelateerde scene’.
Spreken in een speelfilm twee mensen met elkaar over een derde persoon en laten ze even die derde persoon in beeld zien, dan is dat een cutaway.
Spreek jij over het gezond of ongezond zijn van koffie in je cursus, en heb je precies op zo’n moment een jump cut, dan kan je het beeld hier vervangen door een stock foto of een stock video van een kop koffie.
Een cutaway is een vorm van het gebruik van b-roll bij het editen van je cursusvideo. B-roll zijn opnamen die niet het directe onderwerp van de video zijn. Eén van de manieren om deze b-roll te gebruiken is in een cutaway.
3. Voorzie je lessen van een logo intro
Dit is een heel eenvoudige manier die wel heel veel toevoegt aan de professionaliteit van je product.
Kijk eens naar bovenstaande video. Enkele logo intro’s die ik gebruik bij verschillende cursussen.
Dat ziet er natuurlijk heel wat beter uit, dan een video die plompverloren begint. Wat ook belangrijk is, zowel voor het ‘gevoel van professionaliteit’ als voor de bescherming van je product, is het plaatsen van je logo op de video. Ik gebruik hier de rechter benedenhoek bij, maar daar is geen specifieke regel voor.
Het maken van zo’n intro hoeft overigens helemaal niet moeilijk te zijn. De logo animatie in de eerste twee video’s zijn gemaakt met behulp van een After Effects template en de titel animaties zijn standaard PowerPoint templates.
De derde animatie, met de titel van de les afgedrukt op een t-shirt, is gemaakt met een video ‘mock up’ waarbij de titel pas later is ingevoegd op een onbedrukt t-shirt.
4. Gebruik B-Roll
Een ’talking head’ video is goed. Je bent op deze manier niet anoniem, maar jouw cursist heeft een gezicht bij de les. Een video met alleen maar talking head begint al snel saai te worden.
Het is daarom goed om extra video toe te voegen aan je lessen, waarbij je ‘iets anders’ laat zien. Geef je bijvoorbeeld een fotografie cursus, monteer dan ook een aantal clips in, waarbij jij te zien bent terwijl je foto’s maakt. Je handhaaft natuurlijk wel het originele geluid van de les, maar terwijl jouw talking head doorkletst, ziet de cursist hoe jij foto’s maakt. Of danst, of kookt, schildert of mediteert.
Deze extra video wordt een ‘b-roll’ genoemd. En wanneer jij zelf geen b-roll hebt, kan je altijd nog gebruik maken van zogenaamde stock video. Video die je -net zoals stock foto’s- hebt aangekocht. Envato Elements is een mooie bron om -tegen betaling- een onbeperkte hoeveelheid stock video down te loaden. Je betaalt voor je abonnement, en via dat abonnement kan je onbeperkt downloaden. Via Depositphotos heb je meer keuze, maar hier betaal je per video.
Je kan zelfs lessen maken die uitsluitend uit stock video bestaan.
5. Gebruik titels en call outs
Een andere manier om een talking head video minder saai te maken is door titels, call outs en andere teksten te gebruiken.
Opsommingen
Bestaat je les uit verschillende onderdelen? Kondig dit onderdeel door middel van een titel kort aan. Geef je een opsomming? Breng deze opsomming in beeld.
Geef hierbij niet de hele opsomming, maar breng deze stapsgewijs in beeld. Stel je bijvoorbeeld voor, dat ik deze les op video op zou nemen. Op het moment dat we aan deze opsomming toe zou komen, zou ik bijvoorbeeld eerst de tekst
- Beschouw je geluidsspoor als leidend
laten zien. Na zo’n 10 seconden verdwijnt het uit beeld terwijl ik doorpraat. Bij het volgende punt aangekomen, schuiven de punten weer in beeld. Nu
- Beschouw je geluidsspoor als leidend
- Vermijd jump cuts
opnieuw blijft dit 10 seconden in beeld. En zo gaan we door, tot we alle punten hebben besproken.
Productnamen, websites en moeilijke woorden.
Noem je een product of een website bij naam, laat die naam dan even in beeld komen. Doe hetzelfde met moeilijke termen. Wil je voorkomen, dat je jezelf moet onderbreken om zo’n term uit te leggen, kan je die term op het scherm zetten, inclusief de definitie.
Let er bij het editen van je cursusvideo wel op, dat je zelf de tekst tijdens het afspelen leest. En omdat niet iedereen zo snel leest als jij, laat jij die tekst minimaal 1,5x de tijd die jij nodig hebt in beeld staan.
Het is niet moeilijk!
Video editen is niet moeilijk. Het is een kwestie van ‘de regels kennen’ en die toe kunnen passen. Daarnaast is wat handigheid nodig met een goede NLE.
Persoonlijk heb ik een grote voorkeur voor DaVinci Resolve. Helemaal omdat sinds versie 16 met het zogenaamde ‘cut’ panel het mogelijk is geworden om vrij snel en zonder al te gedetailleerde kennis je video te monteren, zonder dat het ten koste gaat van de mogelijkheden van het pakket.
Gebruik je bijvoorbeeld Corel VideoStudio Pro, dan zal je al snel tegen de beperkingen aanlopen.
Wil je Premiere Pro gebruiken, dan zal je niet snel tegen de beperkingen aanlopen, maar wordt je wel geconfronteerd met een behoorlijk steile leercurve.
Tot versie 16 gold datzelfde voor DaVinci Resolve, maar sinds versie 16 is het door het ‘cut panel’ een stuk toegankelijker geworden.
Wil jij leren hoe je met DaVinci Resolve professioneel ogende videolessen kan maken? Check dan ook de cursussen van WordXPression eens.
Op het moment dat ik dit schrijf is op de pagina waar je DaVinci Resolve gratis kan downloaden een korte promotievideo te zien waar fragmenten uit speelfilms, muziek clips en reclamespotjes getoond worden, die met behulp van DaVinci Resolve gemaakt zijn. Hier vind je Hollywood speelfilms en spotjes van grote merken tussen. Dit om je even een indruk te geven, wat de mogelijkheden zijn van deze software.